21 Nov
2013
Fenex en de vervoerder, geen gelukkig huwelijk
Expediteurs en vervoerders hebben zo hun eigen rol in de logistiek. Die rollen gaan gepaard met eigen risico’s en verantwoordelijkheden. Om die risico’s goed te kunnen beheersen en de verantwoordelijkheden goed in kaart te hebben zijn passende algemene voorwaarden een must.
Voor de expediteur zijn de Fenex condities de voorwaarden bij uitstek. Met name omdat de opsteller van de Fenex condities zich bewust is geweest van de veelzijdige rol die de expediteur inneemt in het logistieke proces. Dit blijkt al uit de artikel 1 lid 2 van de Fenex condities, waarin enkele handelingen worden genoemd die door expediteurs worden genoemd:
“handelingen en werkzaamheden, zoals die van cargadoors, stuwadoors, vervoerders, assurantiebemiddelaars, opslag- en controlebedrijven enz.”
Specifiek is er door de opstellers rekening gehouden met de toepasselijkheid van Fenex condities op CMR vervoer. De arbitrageclausule bepaalt immers:
“Waar toepasselijk zullen zij voorts de bepalingen van internationale vervoersverdragen, waaronder onder meer het verdrag betreffende de overeenkomst tot internationaal vervoer van goederen over de weg (CMR), toepassen.”
Vijf redenen om voor de AVC te kiezen
De meeste vervoerders rijden “op de AVC”. Toch maakt ook een enkeling gebruik van de Fenex. Vaak is dat omdat ze ook expeditiewerkzaamheden verrichten of ten onrechte menen expediteur te zijn (hierover: ‘Vervoerder of expediteur, what’s in a name?’). Ondanks het feit dat de opsteller van de Fenex condities rekening heeft gehouden met vervoer, is een vervoerder beter af met de AVC. De noem vijf redenen:
- De AVC zijn specifiek geschreven voor vervoer. Dat blijkt wel uit regelingen over laden, lossen, overbelading en het niet opkomen van de geadresseerde en het retentierecht. De Fenex kennen deze specifieke transportbepalingen niet.
- Een aansprakelijke hoofdvervoerder, zal een ladingclaim willen doorleggen naar de feitelijk vervoerder. Als op de ondervervoerovereenkomst andere voorwaarden van toepassing zijn dan op de hoofdvervoerovereenkomst, dan kan dit tot complicaties leiden bij het verhalen van de schade.
- De Fenex condities bieden de vervoerder schijnveiligheid. De opgenomen verjaringstermijnen en aansprakelijkheidsbeperkingen zijn in strijd met dwingend recht en dus nietig. Ze zouden zelfs als een boemerang terug kunnen komen. Immers, de korte verjaringstermijn (negen maanden) kan wel worden ingeroepen door de wederpartij bij claims van de vervoerder op de afzender.
- De meest gebruikte vrachtbrieven gaan uit van de toepasselijkheid van AVC condities. Als de vervoerder bij aflevering zo’n AVC vrachtbrief aanbiedt aan de geadresseerde, dan gelden de AVC in de relatie tussen vervoerder en geadresseerde. In de relatie tot de afzender blijven echter de Fenex condities gelden. Dit kan tot complicaties leiden.
- Transportverzekeringen nemen toepasselijkheid van de AVC als uitgangspunt en stellen soms zelfs verplicht dat op grond van de AVC gereden wordt.
De risicogroep: “papieren vervoerders”
Het “ongelukkige huwelijk” zien we dus vaak bij papieren vervoerders. Dat zijn dienstverleners die zelf niet rijden, maar juridisch wel worden aangemerkt als vervoerder. Papieren vervoerders doen er goed aan om een keuze te maken:
ofwel ze kiezen ervoor om expediteur te zijn, richten hun organisatie in op expeditie (hierover: ‘Vervoerder of expediteur, what’s in a name?’) en maken gebruik van de Fenex condities,
ofwel ze kiezen ervoor om vervoerder te zijn en verklaren de AVC van toepassing op de overeenkomsten die zij sluiten (al dan niet aanvullend op de CMR).
Welke keuze ook wordt gemaakt, het is van belang om de keuze in de hele organisatie door te voeren. De keuze voor een set algemene voorwaarden speelt immers een beperkte rol bij de juridische kwalificatie van een overeenkomst. Ik denk graag eens met u mee welke keuze bij uw organisatie past en of uw organisatie hier optimaal op is ingericht.
< Vervoerder of expediteur, what’s in a name?Verklaring voor recht in CMR zaken helemaal terug >